We willen een toets!
Er zijn een paar studenten op school die graag eens willen weten ‘waar ze staan’: ‘Beheers ik alle lesstof van groep 8?’ Daarom bieden wij deze studenten de gelegenheid de IEP-toets te maken.
Ter voorbereiding maak ik met hen een toets. Deze keer betrof het vragen over ‘woord benoemen’ en ‘zinsontleden’. Zoals altijd begin ik met het bespreken waarom dit ‘nodig’ is. Allereerst is het prettig als we dingen een naam geven, zodat iedereen weet waar we over praten. En bij het leren van een vreemde taal is dit ook erg handig. Vervolgens bespreken we waarom deze namen wel of niet uitdrukken wat ze betekenen. ‘Voorzetsel’ zet je voor een ‘zelfstandig naamwoord’, een zelfstandig ding dat we een naam hebben gegeven en waar een ‘lidwoord’ voor kan staan. De. Tafel. De groene tafel. Dat is dus best logisch. Al is de vraag ‘Wat is dan een lid?’ ook voor mij een raadsel.
Ontleden is een stuk lastiger. Waarom heet een ‘werkwoord’ nu ineens de ‘persoonsvorm’ of ‘gezegde’? Het ‘onderwerp’ klinkt als een vrij goed gekozen benaming maar een ‘lijdend voorwerp’ klinkt wel erg zielig! En moet niet verward worden met een leider, want dat is dus eigenlijk het onderwerp. We zullen nog wel even verder moeten oefenen voor de toets maar het begin is er!